12 Voorbeeld toets

Gegeven is het object O (een viervlak) in de wereld gedefinieerd door de euclidische punten
P = 1 1 0 ,Q = 3 1 0 ,R = 2 3 0 ,S = 2 2 4 .
De kijker bevindt zich op het euclidische punt K = 0 1 1 .
Het kijkvlak is gegeven door de vergelijking l : 0x + 1y + 0z = 0.



2pt

1.
Geef de homogene coördinaten voor P,Q,R,S en l.



4pt

2.
Het viervlak wordt verplaatst over de vector 3 4 5 . Geef de bijbehorende transformatiematrix en bepaal daarmee het beeldpunt van P.



5pt

3.
Het viervlak wordt geroteerd om de z-as over een hoek van π6 radialen. Geef de bijbehorende transformatiematrix en bepaal daarmee het beeldpunt van Q.



6pt

4.
Stel de 4 × 4 matrix M op die een punt afbeeld in het kijkvlak.



10pt

5.
In het kijkvlak nemen we Θ = 1 0 1 1 als oorsprong. En de vectoren u = 1 0 0 0 en v = 0 0 1 0 zijn de richtingen van de assen. Bepaal de 3 × 4 matrix K die de wereld coördinaten omzet in beeldvlak coördinaten.



6pt

6.
Op het scherm (800 × 600) moet de oorsprong op de schermcoördinaten (400 × 300) terecht komen. Verder schalen de assen met een factor 80. Bepaal de bijbehorende 3 × 3 matrix B.



3pt

7.
Bepaal de schermcoördinaten van S.



uitwerking toets