We hebben tot nu toe met het projectieve vlak gerekend zonder daar een beeld bij te hebben. Dat rekenen deden we met behulp van een vector met drie elementen of wel drie coördinaten. Als we die en noemen dan zijn we eigenlijk bezig in een drie dimensionale ruimte. Echter er zijn wel wat beperkingen. We hebben al gezien dat het projectieve punt gelijk is aan het projectieve punt . De waarde van is dus slechts een factor waarmee we een punt in een echte driedimensionale wereld schalen. Het punt uit de euclidische ruimte wordt het punt in het projectieve vlak.
In het bovenste deel van figuur 7 kunnen we de euclidische ruimte beschouwen als het vlak door evenwijdig aan het grondvlak.
In de middelste figuur zie je het punt projectieve punt getekend als een lijn door de oorsprong en het bijbehorende euclidische punt in het oranje vlak. Ofwel een projectief punt wordt weergegeven met een lijn door de oorsprong in een drie dimensionale weergave.
Evenzo wordt de euclidische lijn omgezet in een projectieve lijn door het weer te geven als een vlak door de oorsprong en de punten en .
Waarom heet de wiskunde hier projectieve wiskunde?
We komen steeds dichter bij het echte doel van dit werk. Namelijk het afbeelden van de werkelijkheid op een scherm.
Het euclidische vlak werd hierboven als een vlak niet door de oorsprong getekend. Je zou kunnen zeggen: we kijken
vanuit
op het euclidische vlak. We zouden echter ook een ander kijkpunt kunnen aannemen en vanuit die
positie een foto willen maken van het euclidische vlak. Ofwel loop naar de gang. Beschouw de
vloer als het euclidische vlak. Maak met je handen een rechthoek en kijk daardoor naar de
vloer.
Wat zie je?
Je ziet de vloer in perspectief. Dat wil zeggen de grenslijnen tussen muur en vloer lijken naar elkaar toe te
gaan. Je weet waarschijnlijk wel van de tekenlessen dat evenwijdige lijnen in perspectivische tekeningen op
de horizon bij elkaar komen. De horizon komt op die plek in je beeld terecht waar vanuit je oog een lijn
evenwijdig aan de vloer denkbeeldig je beeld snijdt. In figuur 8 is getracht dit in een tekening
duidelijk te maken. De figuur is te vinden in het geogebra bestand . Het is zinvol dit bestand
te openen om een dynamischer beeld van het onderstaande te krijgen. Gebruik het schuifje
in de applet en bekijk het resultaat voordat je verder leest. In de figuur is
het bruine vlak het euclidische vlak. Het blauwe de foto (ofwel het kijkvlak).
is het kijkpunt van waaruit je
de foto neemt. De lijnen door
en en
door en
zijn evenwijdig.
De lijnstukken
en zijn de
beelden van
en in
de foto.
Een beeld van een euclidisch punt, bijvoorbeeld , krijg je door de rechte lijn (rode stippellijn) te snijden met het kijkvlak (blauwe vlak). Het snijpunt is het beeldpunt. In deel van de figuur zijn en dichtbij en . In deel zijn en 180 keer verder weg gezet. Je ziet dan dat de afbeeldingen en van respectievelijk en nu bijna op elkaar op de horizon liggen.
Er zit hier nog wel een adder onder het gras want wat we net hebben gedaan is een projectie in een 3 dimensionale euclidische ruimte. Dat is ook wat we uiteindelijk willen. Om het rekenen te te verduidelijken moeten echter eerst nog even ingaan op projecties binnen de 2 dimensionale euclidische ruimte ofwel het euclidische vlak. Bij projecties binnen een vlak kunnen we niet de ruimte in. De afbeeldingen die we wel kunnen maken zijn afbeeldingen van punten op een lijn (zie de figuur hiernaast). De wiskundige techniek om de coördinaten van de beeldpunten te berekenen gaan we nu leren. |